Het Nonke Buusjke van Thei Berkers
Aan de rand van de Schinveldse Bossen, half verscholen onder het lover, ligt het Nonke Buusjke. Een historisch kleinood dat uniek is voor Nederland. Het koestert een verzameling Zuid-Limburgse vakwerkhuizen en werkplaatsen uit het begin van de vorige eeuw. Middelpunt is de geheel gerestaureerde vakwerkboerderij. Daaromheen de bijgebouwen als bakhuis, stroopstokerij, timmerwerkplaats, weefhuis, klompenmakerij en schoenmakerij. Alle gebouwen zijn volledig ingericht met authentieke meubels en gebruiksvoorwerpen die rond 1900 op het Limburgse platteland werden gebruikt. Een collectie landbouwwerktuigen uit de tijd voor de mechanisatie maakt de herinnering aan een voorbije samenleving compleet. Toch is het Nonke Buusjke niet zomaar een openluchtmuseum …..
Thei Berkers is de architect van de levensfilosofie die aan het Nonke Buusjke ten grondslag ligt. Zijn kerngedachte is dat de wereld door onze dolgedraaide consumptiemaatschappij naar de knoppen gaat als de mens niet op zijn schreden terugkeert.
”Wij zijn als robotten de slaaf geworden van al die onnatuurlijke uitvindingen en gemakken. Door het ontwikkelen van de produktiemaatschappij hebben wij ons zelf beroofd van een groot deel van onze levensvreugde. Hier, in het Nonke Buusjke, wordt de deugd van de eenvoud steeds schoner naarmate de waanzin van onze welvaart stijgt.’ Om zich zelf staande te houden in de wereld, die hem zijn beroep van kleermaker afpakte en daarmee een groot stuk van zijn levensvoldoening, schiep hij het Nonke Buusjke. Eerst voor zich zelf en een paar vrienden, later voor iedereen die zijn boodschap wilde verstaan. Hier woonde hij, werkte hij, ‘overleefde’ hij. Tot aan zijn dood in mei 2001.
Soms schreef Thei Berkers zijn teleurstelling, zijn verlangen en zijn hoop uit in een gedicht.
Vooruitgang We streven ernaar, en wat zijn we trots! dat er in ieder dorp, gehucht zo waar een zwembad komt met kunstmatig geklots met chloorontsmetting overladen. Maar realiseren wij ons wel: is er nog één beekje, plas of kwel waar we zonder gevaar ons lijf te schaden nog kunnen drinken of pootjebaden? |
Hoop En nog gewandeld met God in zijn natuur Mijn adem, de stilte alles was puur En verga ik tot stof En nog opgelost puur in zijn natuur En toch Hoog boven het stof en aards gedruis zweeft mijn ziel door het ijle, iel als vloog ze weer naar huis En nog in het stof tekent weer een kind zingt huppelend zijn lied in de lentewind. |
De meeste van zijn gedichten schreef hij op vergeelde papiertjes of op de achterkant van een verbleekte foto bij het licht van een kaars, in het knechtenkamertje boven de stroopstokerij.
Regelmatig gingen de inwoners van Schinveld hout sprokkelen in het bos.
Wie geen eigen perceeltje had, mocht wel eens sprokkelen in dat van een familielid. Soms sprokkelde men zonder toestemming en als men dan betrapt werd door de veldwachter antwoordde men: ”Dit is Nonke Buusjke”. Dat betekende zoveel als: dit bosje is van mijn oom. Aan deze overlevering ontlenen ook de mensen hun naam die mede aan de basis van het Nonke Buusjke hebben gestaan: de Nonkes. Het waren voor het merendeel gepensioneerden die de laatste jaren van hun leven vele uren per dag in het Nonke Buusjke doorbrachten. Zij hadden een belangrijk aandeel in de opbouw van de vakwerkhuizen en het opknappen van de oude voorwerpen. De Nonkes hielden in het Nonke Buusjke de verhalen levend aan vroeger, wisten veel van oude gebruiken en technieken en van de natuur.
Wat kunt u zoal in Nonke Buusjke zien?
Tijdens uw rondgang door het Nonke Buusjke ziet u aan de muren van de gebouwen tal van gereedschappen en gebruiksvoorwerpen. Zo komt u onder meer langs de volgende bezienswaardigheden:
Het vakwerkhuis(woonhoes)
Het woonhoes stond vroeger in de Kerkstraat/Heidestraat in Schinveld. Het werd in 1976 door de Nonkes afgebroken. Tijdens de afbraak bleek dat het vakwerkhuis bijna 300 jaar oud was. Het werd vervolgens in 1977 herbouwd en in oude glorie hersteld in Nonke Buusjke. Dit huis is ook volledig ingericht met authentieke meubels en gebruiksvoorwerpen.
Schuur
Naast het vakwerkhuis ligt de schuur. Op ‘den Din’ (de deel) is de plaats waar met een dorstvlegel het graan werd gedorst. Hier staat ook de wanmolen waarmee het kaf van het koren wordt gescheiden. Verder de strohakselmachine, enkele inhoudsmaten (vaten), de bascule (weegschaal) en een trieur (zaadsorteermachine).
Vanuit de schuur gaat de knecht naar z’n slaapkamer (knechtenkamer) en is er een doorgang naar de bovenste verdieping van het vakwerkhuis.
Vakwerkpaneel in opbouw
Hier kunt u in fasen zien hoe het ‘vakwerk’ gemaakt wordt. Alle gebouwen in Nonke Buusjke zijn op deze wijze gebouwd.
Het wesjhok (washok)
Attributen die vroeger bij het wassen werden gebruikt zijn o.a. de wasteil met wasbord (de home-trainer van weleer), de schommelwasmachine, de mangelwringer, de strijkstoof/kragenstrijker en natuurlijk milieuvriendelijke wasmiddelen. Achter het Zeemsjtoakes staan enkele attributen die werden gebruikt bij overlijden en begraven, zoals een lijkkistenwagen voor het vervoeren van
de zerk van de timmerman naar het sterfhuis. Verder een paar dodenplanken en een draagbaar voor kinderen. Als laatste een vervoermiddel voor overledenen naar de kerk en het kerkhof. Verderstaat er nog een koekbreker voor het breken van veevoer.
Het zeemsjtoakes (stroopstokerij)
U bevindt zich hier in een echte stroopstokerij. De appels en peren worden in ongeveer 4 uur gekookt, waarna ze worden uitgeperst. Het sap wordt opgevangen in tonnetjes en daarna opnieuw 4 uur opgekookt. Het vuur wordt gestookt met hout. Op de bovenverdieping is een ruimte voor de opslag van stroop en een zit/slaapkamer voor de stroopstoker. Het werk gaat immers dag en nacht zo’n 6 weken lang door. Het stroopstoken is al met al een tijdrovende bezigheid.
De timmerwerkplaats(het wirkes)
Deze geeft u een indruk hoe en waarmee de timmerman vroeger werkte. Er staat o.a. een met de hand te bedienen boormachine. Verder een houtdraaibank met voetbediening. Deze werd o.m. gebruikt voor het maken van pompzuigers. Verder ziet u diverse zagen, schaven en klein gereedschap.
Het weefhuis
Hier vindt u alles op het gebied van weven, spinnen en vlasbewerking. O.a. een weefgetouw uit 1750, enkele spinnenwielen en gereedschap voor de bewerking van vlas, zoals vlaskammen, vlasbraak enz.
De karresjob
Deze werd vroeger gebruikt voor het opbergen van karren, hooiwagens en landbouwwerktuigen. Nu doet hij, vooral bij slecht weer, dienst als onderkomen voor onze gasten.
De stallen
Hierin zijn ondergebracht een paarden- en koeienstal, een varkens- en geitenstal en een opslagruimte voor stro, hooi en paardentuig. Aangrenzend aan de stallen is er nog een ‘karresjob’, waar de koets, de gierton en andere voertuigen een plaats hebben. Buiten staat een roswerk dat in beweging kan worden gebracht door een paard en waarop bijvoorbeeld een dorsmachine kan worden
aangesloten.
Nonkeshoes
Naast de dorpswinkel ligt het Nonkeshoes. Hier verbleven vroeger de vrijwilligers(de Nonkes) van het Nonke Buusjke.
Bakkes (bakkerij)
De oven van de bakkerij wordt gestookt met ‘sjansen’ (takkebossen). Binnen ziet u de oven, met deegtrog, mengtafel, inschieten en de kist met de voorraad meel. Er kunnen in één keer 16 vlaaien of 30 broden worden gebakken. Achter deze oven staat nóg een oven. Deze wordt enkele malen per week gebruikt voor het bakken van de vlaai die u aan het loket bij de keuken, samen met koffie, thee of frisdrank kunt krijgen.
De Sjoesterie
Dit is een originele schoenmakerij, zoals er vroeger in elk dorp wel één of meerdere waren. Binnen ziet u de werktafel, de naaimachine, diverse gereedschappen en materialen en buiten staat de leermangel. In de Sjoesterie is ook de klompenmaker gehuisvest.
De klompenmaker gebruikte o.a. een boor, guts, dopbeitel, paalmes, schrapmes en varshaak
De smidse en de noodstal (hoefstal)
De hoefstal staat buiten en wordt gebruikt voor het beslaan van paarden. Binnen kunt u het smidsvuur zien, met een handbediende blaasbalg, een boormachine en een stansmachine. Verder het aambeeld, de bankschroef en andere werktuigen die de smid nodig heeft.
Tuin en weiland
Achter de schoenmakerij kunt u een blik werpen op de moestuin, bloemen- en kruidentuin, de bijenstand en weilanden. Meestal lopen er paarden, schapen, ganzen, eenden en kippen.
Landbouwwerktuigen
Onder een afdak in de achterliggende weide staan allerlei landbouwwerktuigen als ploegen, eggen enz. Deze worden nog regelmatig gebruikt om op de landerijen te werken.
De dorpswinkel
Deze verkoopt nog snoepgoed uit grootmoeders tijd, zelfgemaakte stroop (afhankelijk van het voorbije seizoen) en bijenhoning uit eigen imkerij. Verder zijn hier consumptiebonnen verkrijgbaar voor drank en zelfgebakken vlaai. Ook literatuur en ansichtkaarten over het Nonke Buusjke zijn hier te koop.